20 april 2021
‘Koekje bij de koffie?’ Vraag je aan je zus.
‘Nee, dank je. Ik ben aan het vasten’, antwoord ze. ‘Mijn eerste maaltijd is straks om twaalf uur.’
Jij kunt dat hele pak bokkenpootjes wel op om tien uur. Je lijf roept om eten terwijl je als ontbijt vier boterhammen gegeten heb. En zij eet straks pas om twaalf uur? Dat is voor jou echt een brug te ver. En dan niet de Rotterdamse Erasmusbrug, maar eerder de Danyang-Kunshan-brug in China: de langste brug te wereld.
Hoe overbrug je die brug?
Het helpt in elk geval om twee hormonen weer te normaliseren: insuline en leptine. Zijn deze uit balans? Dan heb je twee uur na je maaltijd al weer zin in iets te snacken. Of ervaar je regelmatig een after lunch dip of after dinner dip. Misschien ben je wel resistent voor insuline of leptine: minder gevoelig dus. We leggen uit hoe het werkt en dan snap jij hoe je toch van die brug af kan komen.
Bij insulineresistentie komt glucose moeilijker in je cellen.
Je lichaam blijft maar insuline aanmaken om glucose in je cel te krijgen. Maar je cel reageert daar niet goed meer op. Je voelt je vaak moe en trek in zoetigheid. Glucose is namelijk dé voorkeursbrandstof van je lichaam. En omdat het niet goed meer je cel in kan lijkt je lichaam een tekort aan brandstof te hebben. Logisch dat je een uur na het eten eigenlijk wel weer een pak bokkenpootjes op kan. Kastje open, kastje dicht. Even in de koelkast kijken. Je kent het wel. Ondertussen blokkeert insuline je vetverbranding en sla je makkelijker vet op. En zo kun je dus makkelijker aankomen in gewicht, vooral je vetmassa rondom je middel stijgt.
Leptine is een verzadigingshormoon, afgegeven door de vetcellen rondom je middel.
Méér lichaamsvet betekent méér leptine. Je vetmassa maakt immers leptine aan. Blijft dit een tijdje voortduren, dan ligt leptineresistentie op de loer. Dat werkt hetzelfde als voor insuline. Je cellen reageren uiteindelijk niet goed meer op het geklop van leptine. Je cellen zijn ongevoelig geworden. En zo kom je in een situatie terecht waarbij insuline de hele tijd – heel vervelend – je vetverbranding blokkeert. En je makkelijk vet opslaat. Aan de andere kant komt het signaal van leptine niet door en denkt je lichaam dus dat je helemaal geen vetmassa hebt.
En nee, je hebt niet te weinig wilskracht als je blijft dooreten of snaaibuien hebt. Je hersenen denken dat je mager bent. Leptine kan immers je hersenen niet laten weten dat er genoeg energie opgeslagen is en dat je kunt stoppen met eten.
Ook al heb je vijftig kilo vetmassa rondom je middel, je hersenen hebben geen idee. Je blijft dus signalen krijgen om eten te zoeken.
Om de bokkenpootjes te laten staan mag je eerst het juiste eten zoeken, zoals eieren, avocado’s, noten, olijfolie, eens wat vis, kip, peulvruchten, groenten en fruit. Dat zorgt allemaal voor een lang verzadigd gevoel na je maaltijd. Zo ga je minder snel snaaien tussendoor. Denk aan verse soep bij de lunch met extra olijfolie, of een salade met noten, avocado en peulvruchten.
Natuurlijk eet je wel eens die bokkenpootjes. Af en toe, of op een feestje. Maar niet dagelijks in elk geval.
Ben je gewend aan voedzame maaltijden? Probeer dan eens periodiek vasten. Minder vaak eten per dag normaliseert insuline. Één van de voordelen hiervan is het verliezen van buikvet. Dit kan enorm helpen om leptine weer te normaliseren. De hoeveelheid leptine in je bloed blijkt namelijk vooral af te hangen van de hoeveelheid vetreserves die je hebt.
Goed werk heeft tijd nodig en wellicht een buddy, zoals je huisgenoot of de buurvrouw. De Danyang–Kunshan-brug van 164,8 km lang is ook niet in 1 dag gebouwd. Dat duurde zo’n 4 jaar met 10.000 arbeiders. Neem je tijd.