Kun je het jezelf aanrekenen als je toch even snel die aanbieding koopt bij het afrekenen aan de kassa van de benzinepomp? Niet helemaal. Eigenlijk zijn wij hele normale mensen in een abnormale omgeving. Je instincten willen namelijk zoet en de industrie speelt hier gretig op in. Máár we kunnen wel meer grip krijgen op onze suikerinname. Vooral door bewustwording te creëren, kennis op te doen en je niet te laten verleiden door je oerbrein.
In de tijd van onze voorouders, de jagers- en verzamelaars, speelde suiker totaal geen rol. Onze stofwisseling is heel geschikt om te functioneren en te overleven zonder suikers. Toch hadden we toen al een voorkeur voor zoet. Diverse soorten fruit en honing waren de enige producten die te vinden waren in de natuur. En ook alleen maar seizoensgebonden. Het is nu heel het jaar door zomer in de Nederlandse supermarkten (‘helaas’ niet buiten 😉).
De voorkeur voor zoet was in die tijd geen overbodige luxe. Voedsel was schaars en het kostte dagelijks veel energie om voldoende voedsel te vinden. Dus als zoet voedsel voorhanden was, dan was de keuze snel gemaakt. In die tijd was het fijn dat je ook calorieën kon opslaan, bijvoorbeeld in de vorm van vetweefsel rond je middel, zodat je voldoende reserve hebt voor barre tijden wanneer er weken waren dat er minder voedsel op je pad kwam. In deze tijd waarin we leven is dat echter minder handig…
Bij dit proces speelt ons oerbrein een grote rol. Het oerbrein is het oudste gedeelte van ons brein en deze is vooral gevoelig voor suiker- en vetrijk voedsel. Daarnaast ook voor zout. Als de jager-verzamelaar iets at dat rijk was aan deze drie stoffen dan werd dat flink beloond in onze hersenen door het vrijlaten van het stofje dopamine. Dat geeft een plezierig en voldaan gevoel zorgt ervoor dat je het dopamineopwekkende gedrag wilt herhalen.
Een volwassen Nederlander eet dagelijks gemiddeld 110 gram aan suiker. In totaal zijn dit 28 suikerklontjes per dag en meer dan 10.000 suikerklontjes (40 kilogram) per jaar. De gemiddelde inname bij kinderen is om te huilen. Volgens recent onderzoek hebben kinderen tussen de leeftijd van 4 tot 8 jaar op 9 juli al de geadviseerde maximum hoeveelheid suiker binnen gekregen voor een heel jaar. Zo eten zij gemiddeld 31 kilogram suiker per persoon per jaar.
Waarom zou ik die suikers eigenlijk moeten laten staan?
Een kleine greep uit de argumenten; suikers zorgen voor een snelle stijging van je bloedsuikerspiegel en daarna dus weer een dip in je energieniveau, het tast de kwaliteit van het gebit aan en zorgt voor overgewicht. Daarnaast zijn suikers dé voedingsstof voor kankercellen, verstoren ze onze darmflora en werken ze ontstekingen in de hand. Suikers laten staan zorgt dus voor een beter energieniveau, een blije tandarts, een betere darmflora en wellicht wat gewichtsverlies.
Hoe werkt dat in de praktijk, waar begin ik?